Waarom katten te dik worden.

Een kat is een solitaire jager. Hij jaagt op kleine prooidieren zoals muizen, vogels en insecten. Om in zijn calorie behoeftes te voorzien moet hij per dag 10 – 20 kleine prooidieren vangen en opeten. Het jagen lukt niet altijd, een deel van de pogingen mislukt met als gevolg dat de kat een groot deel van de 24 uur bezig is met het vergaren van zijn voedsel.  Hij eet dus, verdeelt over 24 uur,  regelmatig een kleine maaltijd. En om dat voedsel te vergaren, is hij veel in beweging.

Hoe zit dat bij onze huiskatten?

• Onze katten krijgen vaak twee of drie keer per dag eten in een schaaltje en daar hoeft hij niets voor te doen. Doordat de kat niets hoeft te doen om zijn voer te ‘vangen’ beweegt hij minder en verbruikt dus weinig calorieën. De kans op overgewicht neemt daardoor toe;
• Het huidige katten voer is zeer smakelijk waardoor de kat vaak meer eet dan hij nodig heeft, gewoon omdat hij het lekker vindt;
• Je kat eet voornamelijk droog voer (brokjes). Droog voer bevat veel minder water dan de kat zijn natuurlijke voer (een muis bevat 60% water); het is dus veel geconcentreerder, hij hoeft er maar weinig van te eten om in zijn dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het restant slaat hij op als vet.
• Het voer is zeer makkelijk te eten, de kat krijgt daardoor snel te veel brokjes (en dus te veel calorieën) binnen. Een muis of een vogel, daar moet je wel even langer op kauwen en knagen om die weg te krijgen in vergelijking met brokjes of nat voer. En soms wordt er zelfs helemaal niet gekauwd en worden de brokjes in zijn geheel doorgeslikt.
• Als de kat zich verveelt en weinig te doen heeft, kan eten een activiteit op zichzelf worden. Wat moet je anders ook doen de hele dag, behalve jezelf wassen en slapen. Eten dus.
• Katten die niet buiten komen kunnen vaak hun energie niet kwijt. Ze kunnen niet hun natuurlijke jachtgedrag uitoefenen, bewegen te weinig en worden dus makkelijk te dik;
• Castratie en sterilisatie leiden er toe dat de natuurlijke regulatie voor calorie inname minder goed werkt. De voedsel opname na sterilisatie en castratie neemt toe, terwijl er juist minder calorieën nodig zijn. Daardoor neemt de kans op overgewicht toe. Weeg je kat daarom regelmatig.
• Competitie voor voer in een meer-kat huishouden kan er voor zorgen dat katten te snel en te veel eten (schrokken). Zeker als de voerbakjes vlak bij elkaar staan of erger nog als alle katten uit hetzelfde schaaltje eten is de kans groot dat je kat hier gestrest van wordt. Nu hoor ik je zeggen: ‘ ik voer al jaren mijn katten dicht bij elkaar of uit dezelfde voerbak en zie nooit problemen’. En dat is dan gelijk de grootste valkuil van katten. Ze proberen zich op allerlei manieren aan ons aan te passen, ten koste van zichzelf. Eten is namelijk een solitaire aangelegenheid bij katten, terwijl wij, die zeggen zoveel van katten te houden, ze dwingen om dit met elkaar te doen!
• Als je kat chronische stress heeft kan hij meer gaan eten. Net als mensen kunnen katten ook emotie eters zijn. Er zijn talloze redenen waarom een kat last van stress kan hebben, die stress kan kortdurend zijn (zoals bijvoorbeeld een dierenartsen bezoek) maar ook langer of continu aanwezig zijn. Veel katten in meer katten huishoudens gaan gebukt onder chronische stress, wat zich op meerdere manieren kan uiten, veel eten/overgewicht is er slechts een van.

Te dikke katten hebben moeite met fysieke activiteiten zoals springen, klimmen, jagen en spelen waardoor de gewichtsproblemen alleen nog maar toenemen. Ze hebben ook meer kans op het ontwikkelen van ziektes zoals blaasontsteking en suikerziekte. Kortom genoeg redenen om te voorkomen dat je kat te dik wordt!

Is jouw kat te dik en kun je wel wat professionele hulp gebruiken? Maak dan nu een afspraak voor een (telefonisch) consult. Ik help je graag!